Pers:
|
'Een schilderij moet zinderen voor je ogen'
20 NOVEMBER 2004 - BARCHEM - Een tekst, boven in z'n atelier, meldt dat kunst niet mooi hoeft te zijn. Jan Reudink, kunstschilder te Barchem, grossiert in dit soort teksten. Hij noteert ze, schildert ze op de muur of plakt ze in z'n schetsboek. Het zijn de middelen waarmee hij de onrust in zijn hoofd bezweert. 'Er spoken steeds gedachten door m'n kop. Omdat ik bang ben dat ik ze vergeet, schrijf ik ze op.'
Ter illustratie laat hij een van zijn schetsboekjes zien. Tekeningen, krabbeltjes, steekwoorden, complete zinnen. Een terras in Zuid-Frankrijk, een impressie van Barcelona. Het spoorboekje van een onrustige geest. 'Als ik iets zie wat me raakt, leg ik dat vast. Soms worden dat schilderijen, soms niet. Het schilderij is ook altijd een stap verder. Nooit zo maar een afbeelding van de werkelijkheid, maar altijd meer dan dat.'
Hij is 65 jaar, inmiddels. Full-time schilder, zeven dagen per week. Een zwierige hoed siert, buiten althans, zijn hoofd. Jan Reudink straalt ook in zijn kleding uit dat hij kunstschilder is. 'Het is bezetenheid. Ik schilder in eerste instantie ook puur voor mezelf. Om voor mezelf te bewijzen dat ik dit kan, dat ik in staat ben mezelf steeds weer te verbeteren. Die drang heb ik heel sterk. Ik heb veel aan sport gedaan. Daar had ik hetzelfde: beter worden. De mooiste dag in m'n leven was toen ik de Elfstedentocht reed en op Bonkevaart werd toegejuicht.'
In de kunst is hij een laatbloeier. Pas sinds 1997 stopt hij al zijn tijd in het maken van schilderijen. In de jaren daarvoor was hij directeur van een bedrijf in biologisch veevoer. Een familiebedrijf, sinds 1835 gevestigd in Lochem. Geleid door een Reudink die ofwel Jan ofwel Lambertus heette. 'Ik was voorbestemd om in de zaak te gaan. Wat ik er zelf van vond, werd niet gevraagd. Maar ik kan niet ontkennen dat ik het met plezier heb gedaan. M'n vader was destijds nog molenaar. Dat heb ik toch mooi gemeen met Rembrandt. '
Vanaf z'n prille jeugd was er de drang om te schilderen. Op al zijn reizen - en Reudink maakte er veel - ging een schetsboek mee. 'Ik was altijd bezig.' Lessen bij diverse kunstenaars schoolden hem in de kunst van het landschap. Kees Bos, bekend van het Natuurdiorama Holterberg, was een goede vriend. Een van de weinige. 'Ik heb ongelooflijk veel met hem opgetrokken, hoewel ons werk heel verschillend was. Hij schilderde wild in de natuur, zo precies mogelijk. Ik schilder de natuur zelf, op een manier die eigenlijk nog maar weinig te maken heeft met de werkelijkheid.' Een auto-ongeluk op de Afsluitdijk, acht jaar geleden, betekende de kentering. Reudink overleefde, maar wilde niet meer terug in het bedrijfsleven. 'Het was het laatste stootje dat ik nodig had om me zover te krijgen dat ik full-time ging schilderen. Voor mij was het een bevrijding. Ik doe nu wat ik leuk vind en kan er nog van leven ook: dat is een voorrecht dat slechts weinigen bezitten.'
Geneigd tot dromen was hij altijd al. 'Als mensen met iets geks bij me komen en het lijkt me wat, dan doe ik mee.' Zo was hij in de jaren negentig een tijdlang begeleider van een groep Russische marathonschaatsers. Reudink reisde heel Rusland af, organiseerde wedstrijden op verre meren en zoog tegelijkertijd de landschappen in zich op. In het boekje dat hij een paar jaar geleden uitbracht, prijkt een schilderij met een besneeuwd dorpje aan het Baikalmeer, te midden van rode landschappen van Toscane, mistige Schotse hooglanden en de duinen bij Texel.
'In feite zijn al mijn schilderijen reisimpressies. Die landschappen zitten in mijn hoofd. Op een gegeven moment komen ze er weer uit. Maar altijd anders. En steeds vanuit een ander gevoel. Een schilderij is niet alleen de verbeelding van wat ik zie, maar vooral ook van wat ik voel. Als ik schilder, laat ik mijn emoties de vrije loop. Ik hou van dikke lagen verf, felle kleuren die afwijken van de werkelijkheid.
Werk van de Barchemse kunstschilder Jan Reudink (65) is momenteel te zien in Galerie De Witte Kamer aan de Langestraat 47 in het Twentse Delden. De galerie is van woensdag tot en met vrijdag geopend van een tot zes, op zaterdag van elf tot vijf en op zondag van een tot vijf.
In Kräftigen Farben
(artikel de Stentor, Gelders Dagblad)
door Sandra Bos
6 NOVEMBER 2003 - BARCHEM - Hij ziet eruit als een echte schilder, met zijn eeuwige vilten hoed en met verfstreken besmeurde broek. De hoed is van de reiziger, de broek van de schilder. Reiziger en schilder zijn verenigd in de Barchemse schilder Jan Reudink. Onlangs bracht hij een boek uit met een overzicht van zijn werk. De vervulling van een langgekoesterde wens.
(Foto Ab Hakeboom)
‘Reisimpressies. Eigen werk, een zoektocht‘, zo luidt de titel van het boek. Reudink bladert erin en vertelt liefdevol over zijn beste vriend Kees Bos, aan wie hij het opdroeg. Bos stierf vorig jaar, maar had al wel het voorwoord geschreven. Daarin noemt hij Reudink een geboren verteller.
Reudinks geschilderde verhalen vertellen vooral over de kleurexplosies die zich afspelen in mediterrane landschappen zoals ze zich ook in zijn ziel voordoen. Desolate landschappen verbeelden rustpunten in de zoektocht van een door onrust gedreven reiziger. Abstract werk getuigt van het zelfonderzoek van de denker. Reudinks reisimpressies spelen zich tegelijkertijd af in de hele wereld én in zijn geest.
Toen hij nog in de veevoer-sector zat, heeft Reudink veel reizen gemaakt. Ook tijdens zijn reizen als teamleider van Russische sporters. Altijd mét zijn schetsboek in de hand. ‘Die schetsen zijn mijn gereedschap voor een schilderij‘, zegt Reudink. ‘Die neem ik mee naar huis en daar ga ik aan het werk.‘
In Reudinks atelier slaat de eigenwijsheid toe. Daar verplaatst hij rustig een boom, laat hij een huis weg of voegt hij elementen toe. Alles in dienst van de verbeelding van het zelfportret, want ook al schildert Reudink een landschap: ‘Elk schilderij is een zelfportret.‘
In het boek is een aantal schetsen opgenomen. Kleine prentjes voorzien van krabbels en notities die in woorden uiting geven aan de zoekende geest van de reizende schilder. ‘Mensen vinden mijn schetsen kunst‘, vervolgt Reudink. ‘Schetsen vind ik eigenlijk illustraties. Schilderijen vind ik kunst.‘
Reudinks oeuvre is omvangrijk. Evenals het aantal stijlen dat hij exploreert. ‘Mensen nemen het me soms kwalijk dat ik veel stijlen hanteer. Maar ik ben een schilder zonder stijl. Een stijl pint de kunstenaar vast op één zienswijze. Ik wil niet ingekaderd zijn. Het experimenteren met verschillende stijlen betekent voor mij groeien in het schilderen. Ik ben wars van richtlijnen. Tijdens het schilderen laat ik me leiden door mijn instinct. Daarom noem ik mezelf ook instinctief impressionist.‘
Reudink heeft het boek ingedeeld in verschillende hoofdstukken. Die hoofdstukken verdelen zijn werk naar onderwerpen als mediterrane landschappen, zeelandschappen en indrukken van zijn reizen. Een apart hoofdstuk vormen de ‘Getuigenissen‘, wandobjecten met als vaste materialen oud hout, houtworm en boktor.
Het object ‘Voetpad naar Gomorra‘ verbeeldt de schoonheid én het gevaar dat kan schuilen in een vrouw. Die schoonheid verbeeldt Reudink in de genoemde materialen plus acryl, Versace en asfaltnagels. Begeleidende teksten geven deze Getuigenissen hun betekenis. Zo getuigt het Rikkepöstisch Manifest van de vernietigende vermogens van de mens, dat zich manifesteert in dubieus vervaardigde hekpaaltjes.
Al met al biedt het boek een heldere en in veelkleurige toetsen opgezet verhaal van Reudinks werk. Het is mede tot stand gekomen door het museum in Gross-Gerau, een dorpje nabij Frankfurt waar Reudink volgend jaar een overzichtstentoonstelling heeft. Het is voor 17,50 euro verkrijgbaar bij Boekhandel Lovink in Lochem en bij Jan Reudink zelf.